woensdag 17 november 2010

Krakelingen en Tonnekensbrand door Unesco erkend als Erfgoed van de Mensheid!

persbericht

Krakelingen en Tonnekensbrand door Unesco erkend als Erfgoed van de Mensheid!

Het dubbelfeest van Krakelingen en Tonnekensbrand prijkt voortaan mee op de Representatieve Lijst van Immaterieel Cultureel Erfgoed van de Mensheid van UNESCO. Deze lijst bevat vanaf vandaag een 200-tal feesten en gebruiken van over de hele wereld die door Unesco erkend worden als zeer waardevol patrimonium: naast het Geraardsbergs feest vind je er o.a. de Spaanse flamenco, de processie van Echternach, de valkenjacht, de opera van Peking, de Chinese kalligrafie, de Perzische tapijtweefkunst, de Franse Aubussontapijtkunst, de traditionele samenzang uit Estland…; van Vlaamse kant stonden totnogtoe alleen de H. Bloedprocessie van Brugge en het Ros Beiaard van Dendermonde op de Lijst. Dit jaar komen daar in één klap drie Oost-Vlaamse feesten bij: Carnaval Aalst, de jaarmarkt van Sint-Lievens-Houtem en … Krakelingen & Tonnekensbrand.

Zeer strenge selectieprocedure

In 2008 werden Krakelingen en Tonnekensbrand door de Vlaamse Gemeenschap als Immaterieel Cultureel Erfgoed erkend. Daarmee behoorde dit dubbelfeest tot de eerste acht erkende feesten en gebruiken in Vlaanderen. Dat was voor de Belgische Staat een noodzakelijke voorwaarde om in 2009 de kandidatuur voor Krakelingen en Tonnekensbrand bij Unesco voor te dragen. Vooraleer het Krakelingenfeest op de Representatieve Lijst kwam, moest het door een strenge selectie: de hoofdzetel van Unesco in Parijs aanvaardde 147 van 400 door de verschillende lidstaten ingediende kandidaturen. Zes specialisten van over de hele wereld weerhielden er daarvan amper 46. Daarbij werd voorrang verleend aan de kandidaturen van landen die nog geen enkel element op de Lijst hadden en aan multinationale kandidaturen. Het Krakelingenfeest kon van geen van beide prioriteiten profiteren maar haalde het toch. De definitieve beslissing werd op 16 november in Nairobi genomen door het Intergouvernementeel Comité; dat bestond uit de vertegenwoordigers van Spanje, Italië, Tsjechië, Cyprus, Kroatië, Albanië, Cuba, Nicaragua, Paraguay, Venezuela, Granada, Azerbeidzjan, China, Japan, Iran, Indonesië, Jordanië, Oman, Zuid-Korea, Burkina Faso, Kenya, Madagascar, Marokko en Niger.


Dossier

Amper acht maand na de erkenning door de Vlaamse Gemeenschap kreeg het Krakelingencomité o.l.v. schepen Eric Spitaels het dossier voor Unesco rond in samenwerking met de dienst Cultuur en Erfgoed (Rina Cosyns en Jan Coppens) die o.l.v. schepen Guido De Padt staat. De initiatiefnemers, Anne-Marie Vanden Herrewegen en Louis De Cock, namen hiervoor deel aan studiedagen en konden zo heel wat nationale en internationale ervaring opdoen die zeer van pas kwam bij het opstellen van het omvangrijk (Engelstalig) dossier.
Het dossier bevat een grondige historische en volkskundige duiding. De basis hiervoor was het boek dat zij in 1994 samen met historicus Geert Van Bockstaele schreven en dat, wegens uitgeput, binnenkort een opvolger krijgt.
Het Unesco-dossier  somt ook de voornaamste troeven van het feest op: een eeuwenlange continuïteit, de mix van oude elementen (brood, vuur, visjes, wijn, het samengaan van kerkelijke en profane overheid, de Oudenbergsite, Walmkebrand) met recentere (een jaarlijks vernieuwde historisch-volkskundige stoet met de actieve participatie van heel wat lokale verenigingen en scholen, een internationale vertegenwoordiging), de maatregelen voor het behoud van het feest in zijn authenticiteit (op basis van wetenschappelijk onderzoek o.a. over de ontstaanssage met Walter van Edingen, archivering en digitalisering van het beeldmateriaal, lessenreeksen in de basisscholen, concrete plannen voor een belevingsmuseum…).

Een belangrijk onderdeel van het dossier is een korte documentaire film (10 min.). De Vlaamse beoordelingscommissie, die het dossier bij Unesco steunde, merkte op dat deze film (over het feest van 2009) als “best pratice” gold, d.w.z. “als een uitstekend voorbeeld voor de andere kandidaturen”: het Krakelingencomité had in het scenario precies de unieke kenmerkenmix (zie hoger) en de participatie van de lokale bevolking benadrukt.
Het Unesco-comité hecht trouwens ook veel belang aan de actieve participatie van alle leeftijdsgroepen en sociale klassen. Zowel toeschouwers als deelnemers zijn zich ervan bewust dat het jaarlijks feest een traditie voortzet die al sinds de oudst beschikbare stadsarchieven (1393) gedocumenteerd is.

Hoogtepunt

Deze erkenning op wereldniveau is voor het Krakelingencomité een absoluut hoogtepunt en een beloning voor de vele inspanningen die in de voorbije twintig jaar geleverd zijn om het feest naar een hoger plan op te tillen. Het staat al heel die tijd onder de leiding van schepen van Feestelijkheden Eric Spitaels, die er zijn technische kennis, zijn immens netwerk en zijn volledige steun in investeert. Naast Anne-Marie, Louis en Geert kan hij in het Krakelingencomité ook rekenen op Philip De Temmerman, Fre Schollaert, Jo Lauwaert, Koen Van Bossuyt, Linda Delplace, Chris Van Heghe, Liesbeth Cock, op de dienst Toerisme en Feestelijkheden met Caroline Vandendaele en Christine Van den Herreweghe en op een uitstekend functionerende en creatieve Technische Dienst.
De concrete organisatie van Krakelingen en Tonnekensbrand is al eeuwenlang in handen van het stadsbestuur: de deelname van de mandatarissen en van de deken aan de historische stoet illustreert hun betrokkenheid en die van de lokale bevolking, die zij vertegenwoordigen.
De erkenning als Immaterieel Cultureel Erfgoed door Unesco is niet alleen een persoonlijk succes voor het Krakelingencomité en voor deze generatie maar ook een dankbaar eerbetoon aan allen, magisters en anonieme mensen, die het verleden over de eeuwen heen naar ons toe hebben gebracht en zo mee voor de toekomst bewaard.

Zie Website UNESCO :
http://www.unesco.org/new/en/media-services/single-view/news/forty_six_new_elements_added_to_representative_list_of_the_intangible_cultural_heritage/